Alice Nahon

Avondliedeke III

’t Is goed in ’t eigen hert te kijken
    Nog even vóór het slapen gaan,
Of ik van dageraad tot avond
    Geen enkel hert heb zeer gedaan;

Of ik geen ogen heb doen schreien,
    Geen weemoed op een wezen lei;
Of ik aan liefdeloze mensen
    Een woordeke van liefde zei.

En vind ik, in het huis mijns herten,
    Dat ik één droefenis genas,
Dat ik mijn armen heb gewonden
    Rondom één hoofd, dat eenzaam was …

Dan voel ik, op mijn jonge lippen,
    Die goedheid lijk een avondzoen …
’t Is goed in ’t eigen hert te kijken
    En zó z’n ogen toe te doen.

Uit: Op zachte vooizekens (1921)