Er ligt een staat te sterven,
Was nooit geheel gezond,
Hij liet een volk verderven,
Ging zelf daaraan ten grond.
Er ligt een staat te sterven,
Die oogen hebben, zien ’t —
Heeft menig, menig werven
Een goeden dood verdiend.
Er ligt een staat te sterven,
Heel zachtjes, zonder pijn.
Twee volkeren zullen erven.
Ik zal op de uitvaart zijn.
Uit: De Noodhoorn (1927)