Hélène Swarth

Naar Droomenland

Naar Droomenland willen we varen,
Naar Droomenland willen we gaan,
Al over de zilveren baren,
Al onder de zilveren maan.

Naar Droomenland willen we rijden,
Naar Droomenland willen we heen,
Al over de bloeiende heiden,
Al onder het wolkengeween.

Naar Droomenland willen we varen,
Naar Droomenland willen we toe,
Waar zoet melodieën omwaren
De ziel van het leven zoo moe.

Naar Droomenland willen we rijden,
Naar Droomenland willen we heen,
Waar smelt en verengelt ons lijden
In schoonheid en weeldegeween.

Bron: Hélène Lapidoth-Swarth, ʻLenteverzenʼ, De Gids 1908-2, p. 329.