00:00 | Midispeler is niet actief |
|: Gaudeamus igitur,
juvenes dum sumus;
:|
post jucundam juventutem,
post molestam senectutem
|:
nos habebit humus. :|
|: Ubi sunt qui ante nos
in mundo fuere?
:|
Vadite ad superos,
transite ad inferos,
|: ubi jam
fuere. :|
|: Vita nostra brevis est,
brevi finietur;
:|
venit mors velociter,
rapit nos atrociter,
|: nemini
parcetur. :|
|: Vivat academia,
vivant professores!
:|
vivat membrum quodlibet,
vivant membra quaelibet,
|:
semper sint in flore! :|
|: Vivant omnes virgines,
faciles,
formosae! :|
Vivant et mulieres,
tenerae, amabiles,
|:
bonae, laboriosae! :|
|: Vivat et respublica
et qui illam regit!
:|
Vivat nostra civitas,
maecenatum caritas,
|: quae nos
hic protegit! :|
|: Pereat tristitia,
pereant osores,
:|
pereat diabolus,
quivis antiburschius,
|: atque
irrisores! :|
Laten wij ons nu verheugen
Zolang we nog jong zijn;
Na
een aangename jeugd,
Na een onaangename oude dag,
Zal de aarde
ons bergen.
Waar zijn zij die voor ons
Op de aarde leefden?
Ga
naar de hemel,
Daal neer in de onderwereld,
Waar zijn ze nou
gebleven?
Ons leven is kort,
Het zal binnen korte tijd
ophouden;
De dood komt snel,
Hij ontrukt ons
gruwelijk,
Niemand zal ontzien worden.
Leve de universiteit,
Leve de hoogleraren!
Leve het
onderdeel dat je verkiest,
Leve de onderdelen die je
verkiest,
Mogen zij altijd in aanzien staan!
Leve alle meisjes,
Gewillig en mooi!
Leve ook de
vrouwen,
Zacht en liefelijk,
Flink en werkzaam!
Leve ook de staat
En hij die hem regeert!
Leve onze
samenleving,
de waardering van de begunstigers,
die ons ons
hier beschermt!
Weg met de droefgeestigheid,
Weg met hen die ons
haten!
Weg met de duivel,
En met hen die het studentenleven
kwaadgezind zijn,
Alsmede met hen die ons uitlachen!
Van Gaudeamus igitur zijn de zeven coupletten overgenomen zoals deze in Erks deutscher Liederschatz vermeld staan. Dit is ook de gebruikelijke versie. Volgens Ludwig Erk zijn het eerste en tweede couplet oorspronkelijk kerkelijk en kwamen ze al in 1267 voor in een boetelied. Als studentenlied waren de eerste drie coupletten al in 1717 bekend. De huidige versie is van Christian Wilhelm Kindleben uit 1781.