O Fortuna

00:00 Midispeler is niet actief
  1. O Fortuna,
    velut luna
    statu variabilis,
    semper crescis
    aut decrescis;
    vita detestabilis
    nunc obdurat
    et tunc curat
    ludo mentis aciem,
    egestatem,
    potestatem
    dissolvit ut glaciem.

  2. Sors immanis
    et inanis,
    rota tu volubilis,
    status malus,
    vana salus
    semper dissolubilis,
    obumbrata
    et velata
    michi quoque niteris;
    nunc per ludum
    dorsum nudum
    fero tui sceleris.

  3. Sors salutis
    et virtutis
    michi nunc contraria,
    est affectus
    et defectus
    semper in angaria.
    Hac in hora
    sine mora
    corde pulsum tangite;
    quod per sortem
    sternit fortem,
    mecum omnes plangite!

  1. Oh Fortuna,
    zoals de maan
    in veranderlijke gestalten,
    neem jij altijd toe
    of af;
    een vervloekt leven
    nu eens is het hard
    en dan weer is het zorgzaam
    door het spel smelt helderheid van geest,
    armoede,
    vermogen
    weg als ijs.

  2. Vreselijk
    en ijdel lot
    jij rondwentelend rad
    ongunstige toestand
    vergeefse redder
    altijd oplosbaar,
    beschaduwd
    en besluierd
    tracht je vaste voet op mij te krijgen;
    door het spel
    van jouw gedraai
    loop ik nu met een blote rug

  3. Het lot van welzijn
    en deugd,
    voor mij nu ongunstig,
    bestaat uit stemming
    en moedeloosheid
    altijd in drukkend zware dienst.
    Hier op dit uur
    onverwijld
    beroert de snaren met het hart;
    omdat het lot
    de sterke doet instorten,
    jammert allen luid met mij!


Het lied O Fortuna komt uit de Carmina Burana. De Duitse componist Carl Orff (1895-1982) heeft 25 liederen uit de Carmina Burana op muziek gezet. Deze liederen beleefden hun première in 1937. O Fortuna is hiervan verreweg het meest bekende geworden.

Onderstaande tekening komt uit het manuscript van de Carmina Burana dat in 1803 uit het klooster Benediktbeuern werd geroofd. Het manuscript bevindt zich tegenwoordig in de Bayrische Staatsbibliothek in München. In het midden van de tekening zien we Fortuna, de godin van het lot, aangeduid als Fortuna imperatrix mundi (Fortuna, keizerin van de wereld). Zij draait aan het rad van Fortuin. Links zien we een klimmende persoon met de tekst “Regnabo” (ik zal regeren). Bovenin zien we een zittend persoon (de koning) met de tekst “Regno” (ik regeer). Rechts zien we een vallend persoon met de tekst “Regnavi” (ik regeerde). Onderaan zien we een gevallen persoon met de tekst “Sum sine regno” (ik ben zonder heerschappij). Door het draaien van het rad treft elk persoon op zijn beurt geluk en noodlot.