Mandamus pacem nobis et sociis nostris

  1. Item1 mandamus pacem nobis et sociis nostris, sive famulis nobiscum sinodum sacram visitantibus in exitu et reditu et in omnibus requisitis sub pena xx mercarum.

    Wij gebieden vrede voor onszelf en voor onze metgezellen, of voor de dienaren die met ons de heilige seend bezoeken, op de heenweg en op de terugweg en bij alle onderzoeken, op straffe van 20 mark.2

  2. Item omnibus et singulis3 sacram sinodum visitantibus similiter pacem sub pena x mercarum aurearum.

    Aan elk en iedereen die de heilige seend bezoekt eveneens vrede, op straffe van tien mark goud.4

  3. Item quod nullus proponat actionem civilem sub pena quinque solidorum.

    Dat niemand een civiele procedure voorstelt, op straffe van vijf schellingen.5

  4. Item quod nullus committat insilentium vel tumultum sub pena quinque talenti.

    Dat niemand onrust of opschudding veroorzaakt, op straffe van vijf pond.67

  5. Item quod nullus viduas pupillos et orphanos vexet aut molestet in personis aut in rebus in iudicio seculari sub pena quinque mercarum.

    Dat niemand weduwen en wezen kwelt of lastig valt, in persoon of in zaken, in wereldlijk gerecht, op straffe van vijf mark.8

  6. Item mandamus omnibus et singulis personis et curatis quibuscumque nobis subditis unicuique eorum insolidum ut provideant ecclesiis suis de legitimis9 et iuratis advocatis infra quindenam in mediate sequentis sub10 pena quinque mercarum.

    Wij gebieden elk en iedereen, priesters en pastores, wie dan ook onder ons gezag staat, aan elk van hen in het geheel om bij ondeugdelijkheid hun kerken te voorzien van rechtmatige en beëdigde voogden binnen de twee weken die onmiddellijk volgen, op straffe van vijf mark.

  7. Item mandamus curatis et advocatis omnibus et singulis ut provideant ecclesiis suis in tectis et edificiis ceteris et ornamentis in calicibus et corporalibus et palliis altarium in missalibus et cereis et ceteris quae spectant ad ornatum divini officii et clausuris ecclesiarum in debita custodia sacramentorum11 sub pena quinque solidorum ante omnium sanctorum.

    Wij gebieden pastores en voogden, elk en iedereen, hun kerken te voorzien van daken en ander bouwwerk en ornamenten, in kelken en corporalen12 en altaarkleden, in missalen13 en kaarsen en overige zaken waar ze toezicht op houden voor de toerusting van de godsdienst en de clausuren van de kerken in verplichting tot bewaking van de sacramenten, op straffe van vijf schellingen voor Allerheiligen.

  8. Item mandamus curatis et advocatis ut faciant nobis debitam denunciatonem in postsinodalibus nisi de licentia nostra amplior eis fuerit facta praerogatio sub pena quinque mercarum unicuique eorum in solidum.

    Wij gebieden pastores en voogden om aan ons opgave te doen van de schuld in de na-seend, tenzij er met onze toestemming aan een verdaging door hen de voorkeur werd gegeven, op straffe van vijf mark voor elk van hen in het geheel.

  9. Item mandamus omnibus et singulis debitoribus ecclesiarum presbiterorum et ceterorum quorumcumque ut solvant eis ante festum omnium sanctorum sub pena solidorum nisi prolixiores14 inter se habuerint dies et conventiones.

    Wij gebieden elk en iedereen, de schuldenaars van de kerken en van de overigen, van wie dan ook, te betalen voor Allerheiligen, op straffe van schellingen, tenzij ze met elkaar langere dagen en overeenkomsten hadden.

  10. Item mandamus omnibus et singulis curatis et advocatis ut solvant nobis cathedraticum secundum modum consuetum in postsinodalibus sub pena medii talenti.

    Wij gebieden elk en iedereen, pastores en voogden aan ons het cathedraticum15 te betalen op gebruikelijke wijze op de na-seend, op straffe van een half pond.

  11. Item mandamus omnibus et singulis ubique per totam16 sinodum constitutis ut reficiant vias publicas ad ecclesias, fossas ecclesiarum. Et tillen et setten teutu, ante postsinodalia sub pena solidorum.

    Wij gebieden elk en iedereen overal gedurende de gehele seend volgens afspraak om te herstellen de openbare wegen naar de kerken en de sloten van de kerken. En “tillen”17 en “setten”18 (volkstaal), voor de na-seend, op straffe van schellingen.

Brontekst: Freeska Landriucht (D/Oude druk), p. 91-92.
Transcriptie, vertaling en bewerking: Bouwe Brouwer

1Item (evenzo) is een stopwoord en heb ik omwille van de leesbaarheid niet vertaald. Meestal duidt “item” op het begin van een volgend artikel, daarom ben ik bij elk “item” een nieuwe paragraaf begonnen.

2Uitgaande van de tekst Payment in het Freeska Landriucht (p. 146-148) kom ik op de volgende verhoudingen voor de rekenmunten:
1 Keuls pond = 2 Keulse mark = 32 schellingen.
Deze rekenmunten werden omgerekend naar het toenmalige courante geld. Voor het toenmalige courante geld gold de verhouding:
1 Fries schild = 30 groten.
Voor de omrekening werd aangehouden:
1 schelling > 6 groten.
De boete van 20 mark wordt dus omgerekend:
20 mark = 320 schellingen > 320 x 6 groten = 1.920 groten = 1.920 / 30 Friese schilden = 64 Friese schilden.

3D: sigulis

410 mark = 160 schellingen > 160 x 6 groten = 960 groten = 960 / 30 Friese schilden = 32 Friese schilden.

55 schellingen > 5 x 6 groten = 30 groten = 1 Fries schild.

6In het Freeska Landriucht staat op pagina 17, regel 1-2: “Hoc est secundum penam limitatam et taxatam a frisonibus et est summa octo librarum seu talentatum.” Een talent is dus een pond.
In de Latijnse versie van de 17 keuren en 24 landrechten in de eerste en tweede Hunsingoër handschriften komt de term “talent” ook voor. Deze twee handschriften hebben ook een Oudfriese versie van deze teksten. “Talent” komt voor in de Latijnse tekst van de keur 2 en landrecht 2, 3, 19 en 21. Bij vergelijking van de Latijnse met de Oudfriese tekst van keur 2 en landrecht 19 en 21, blijkt dat een talent gelijk is aan een pond. In landrecht 2 en 3 komt de term “talent” wel voor in de Latijnse tekst, maar er is van dat gedeelte geen overeenkomstige Oudfriese tekst.

75 pond = 10 mark = 160 schellingen > 160 x 6 groten = 960 groten = 960 / 30 Friese schilden = 32 Friese schilden.

85 mark = 80 schellingen > 80 x 6 groten = 480 groten= 480 / 30 Friese schilden = 16 Friese schilden.

9D: legittimis

10D: snb

11D: sacramentarum

12Het corporale is een wit linnen doek waarop tijdens de mis de gaven van brood en wijn worden geplaatst.

13Een missaal is een misboek.

14D: prolixores

15Het cathedraticum is een geringe belasting die kerken, beneficies en broederschappen moeten betalen aan de bisschop.

16D: totum

17bruggen

18veren